Marcelo Popma
Hier volgt een weergave van de spreekbeurt gehouden door Marcelo Popma in 2002, als leerling VMBO-1. Marcelo is tevens vrijwilliger van Stichting Kinderzorg Brazilië.
De spreekbeurt handelt over een zwart hoofdstuk in de wereldgeschiedenis. Een hoofdstuk waarin Nederland en met name de West-Indische Compagnie (WIC) een groot aandeel heeft gehad.

1. INLEIDING

Ik hou mijn spreekbeurt over negers en speciaal over de periode van slavernij in Brazilië omdat daarover weinig in de geschiedenisboekjes staat.

ALLE DOCUMENTEN DAAROVER IN BRAZILIÉ ZIJN VERBRAND. En (toevallig??) ook alle documenten daarvan in Nederland.

Ik ga spreken over de periode 15e tot de 20e eeuw, het zogenoemde KOLONIALE TIJDPERK.

 

2. NEGERS

Negers zijn afkomstig uit AFRIKA. Daar waren vroeger, in de 15e eeuw, nog geen landen. De negers woonden in STAMMEN, met STAMHOOFDEN en KONINGEN. Binnen een stam waren de ouderen en de medicijnman heel belangrijk. De negers waren een echt natuurvolk. Ze leefden samen met de wilde dieren, en deden aan jacht, veeteelt en een beetje landbouw. Ze leefden van wat de natuur hen gaf. Sommigen waren herders op de steppen, en trokken met hun vee en hun gezinnen rond. Anderen leefden in hutten, en hielden buffels en ander vee.

 

Toen de blanke handelaars, soldaten en zeerovers kwamen, maakten die nederzettingen aan de kust. Eerst gingen ze zelf op zoek naar schatten, later gebruikten ze daar de negers voor. Ze bestelden Slagtanden van olifanten om het ivoor, en ze vroegen goud en diamanten en andere schatten.

 

De stammen hadden weleens ruzie en roofden dan ook elkaars mensen, die dan slaaf werden gemaakt bij de winnende stam.

Toen de handelaren dat in de gaten kregen, stookten ze stammen tegen elkaar op en kochten dan de slaven van de negerkoningen, in ruil voor messen, spiegeltjes en andere dingen die de negers graag hadden.

 

De negers hebben ook na de slavernij lang moeten strijden voor hun rechten. Een heel beroemde man was de negerleider Dr. Martin Luther King die een geweldloze strijd voerde voor de mensenrechten. Naar hem is ook een straat in Eijsden genoemd.

Andere beroemde negers zijn: De bokser Muhammed Ali (Cassius Clay), de voetballer Pelé die nu in Brazilië minister van SPORT is, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties: KOFI ANAN, Oprah Winfrey, De basketballer Jordan en de tenniszusjes WILLIAMS.

 

3. WAT IS SLAVERNIJ

SLAVEN zijn MENSEN in het bezit van een eigenaar.

Al sinds de prehistorie bestaat slavernij. Ook de Romeinen hadden slaven. Veel van die slaven kochten ze in Afrika, anderen werden slaaf nadat ze op veldtochten gevangen genomen waren. Slavernij is nu illegaal.

Maar de slavernij waar ik het over heb begon pas echt toen de slavenhandel in het groot begon.

Toen werden de slaven behandeld als dingen.

Je kon ze kopen, verkopen, geven en krijgen als cadeau.


En ze moesten goed luisteren, want ze mochten niet weigeren hun werk te doen.

Slavernij is nu bij wet verboden. Maar heel veel mensen zijn nu nog steeds slaaf, ook al wordt dat niet meer zo genoemd. Gewoon omdat ze geen keus hebben, moeten ze vaak BIJNA VOOR NIETS, SOMS DAG EN NACHT werken. De Rechten van de Mens zijn nog lang niet voor iedereen werkelijkheid.

 

In Brazilië probeerden de Portugezen eerst om de INDIANEN die daar woonden als SLAAF te gebruiken. De indianen konden echter het zware leven op de suikerplantages niet aan en vochten zich liever dood dan slaaf te zijn. Indianen waren ook jagers, geen landbouwers. In het begin waren er ongeveer 5 MILJOEN indianen in Brazilië, nu nog 400.000.

Daarom moesten de slaven ergens anders vandaan komen, want machines om het werk te doen waren er niet. Hierdoor ontstond de handel in negerslaven.

 

4. SLAVENHANDEL

De negers uit Afrika waren veel sterker dan de indianen en konden veel beter tegen de hitte en tegen het werk op het land. Vanaf de 15e eeuw kwamen Europeanen in Afrika slaven halen. Ze gingen die zelf vangen, of  ze zorgden dat stammen ruzie kregen en kochten daarna de slaven van Negerkoningen.

 

Die slaven gingen ze in Zuid Amerika en in Noord-Amerika verkopen voor SUIKER, KOFFIE en voor KATOEN die ze weer meebrachten naar NEDERLAND. Dit noemen we de DRIEHOEKSHANDEL, omdat de schepen tussen 3 plaatsen rondgingen.

 

Nederlanders waren de grootste zeehandelaren in die tijd. Zij hadden de meeste schepen, de KOOPVAARDIJ VLOOT. De Nederlandse WEST INDISCHE COMPAGNIE was de baas over die vloot. Zij maakten veel negers gevangen om ze als slaaf te verkopen in Amerika.

 

5. HET TRANSPORT.

WIC KaartDe slaven werden vervoerd in schepen. Tussen de 400 en 500 per keer. In totaal denken we dat er 12 MILJOEN negers uit Afrika ontvoerd zijn om als slaaf te worden verkocht. Dat was voor de Hollanders gemakkelijk. Zij maakten er misbruik van dat er altijd stammenoorlogen waren in Afrika en dat de stammen elkaars mensen als slaaf gevangen namen. De Hollanders kochten die slaven dan weer voor wat spiegels en kralen. Heel veel slaven zijn ingescheept op het eiland Goree, voor de kust van Senegal. Goree is afkomstig van het Nederlandse “Goede Reede”, goede plaats om met schepen aan te leggen. De slaven werden in de scheepsruimen naast elkaar gelegd, om zoveel mogelijk ‘lading’ te kunnen meenemen. Heel veel slaven werden onderweg ziek, bijvoorbeeld diarrhee en andere ziekten. Ze werden dan overboord gegooid en verdronken in de oceaan. Ook opstandige slaven werden overboord gegooid. Er wordt geschat dat slechts de helft van de slaven de reis naar Amerika overleefde. Ze waren allemaal geboeid met kettingen en op elkaar gepropt in de schepen. Ze konden nauwelijks rechtop zitten. Kijk maar in het boek. Niet alleen de Hollanders waren slavenhandelaren. Ook de Engelsen en de Fransen deden dat op grote schaal.

Heel ‘toevallig’ zijn alle documenten van de WIC door brand verloren gegaan. Ook heel toevallig zijn de documenten in Brazilië door brand verloren gegaan. De enige getuigen zijn de negers die nu in Zuid-Amerika en in Noord-Amerika wonen als afstammelingen van de slaven.

 

6. HET LEVEN VAN DE SLAVEN

Werken

Het leven van de slaven was geen pretje. Ze moesten alleen maar zwoegen, en kregen bijna iedere dag straf voor niets. Meestal moesten ze extra zware dingen doen. Dag in, dag uit.

Koffie plukken, katoen plukken, Suikerriet kappen, Ovens stoken in de suikerfabrieken, enz.

 

Godsdienst

Sommige slaven werden katholiek, omdat ze daardoor ook mochten trouwen en een beetje beschermd werden door de bisschoppen. Maar meestal heulde de kerk samen met de plantagehouders. Of werden de bisschoppen voor de gek gehouden of omgekocht.

 

De slaven hielden ook hun eigen Afrikaanse goden en godsdienstige rituelen. Dat bestaat nu nog. Je kunt het in allerlei dansen en gebruiken nog zien. Zo is er een koningin van de zee, een koningin van vuur en toverkracht, enzovoort. Om in trance te raken kauwden de priesteressen op een soort DRUG. Als ze in trance waren, konden ze zogenaamd met de overledenen en met de goden praten. En soms ook zorgen dat iets ergs met hun vijanden gebeurde. Zo'n ritueel was bijvoorbeeld VOODOO.

 

Muziek

De muziek die de slaven meebrachten uit Afrika was vooral ritmes die op drums geslagen worden, terwijl ze hun liederen zingen. Hieruit is de SAMBA muziek ontstaan. Op die ritmes en zang ontwikkelden ze een bepaalde dans, de CAPOEIRA. Dansen mochten ze wel. Deze dans is eigenlijk een schijngevecht, het lijkt op karate en turnen tegelijk, heel fel maar ook heel sierlijk. De dansers raken elkaar niet aan, terwijl ze toch heel wild dansen. Soms met kapmessen zwaaiend. Om goed capoeira te kunnen dansen moet je veel trainen en sterk zijn.

In Maastricht is er ook een Capoeiraschool en zijn er  enkele grote groepen die SAMBA ritmes drummen. Dat heet BATUCADA. De bekendste groepen zijn SEGURA! en VOLLE PETAJ. Met carnaval kun je ze in Maastricht vinden.

 

School

De slaven mochten niet naar school. Daarom kunnen heel veel mensen in Brazilië nu nog niet lezen of schrijven.

De meesten kennen ook geen andere taal dan het Portugees.

Straffen

En de straffen waren ook zwaar. De slaven kregen zoveel straffen om ze bang te maken en om te zorgen dat ze goed luisterden en niet in opstand kwamen. Soms was er wel eens een opstand, maar dan werden de leiders van de opstand gemarteld en vermoord door de plantage eigenaren.

De straffen moesten gegeven worden door een andere slaaf, terwijl de meester toekeek. Vaak ook werden de straffen niet gegeven op de plantage zelf, maar in een speciaal huis waar een heel gemene man de straffen uitvoerde. Bijvoorbeeld 200 zweepslagen.
 

7. HET WERK VAN DE SLAVEN

Huisbediende

Sommige slaven en slavinnen moesten in de dure huizen van de plantage eigenaars werken. Als kookster, wasvrouw, stalknecht, huisknecht enzovoort. Slavinnen werden vaak ook op andere manieren misbruikt. Daardoor hadden veel plantagebazen kinderen bij slavinnen. Die kinderen kregen soms wat meer vrijheid, maar ze werden soms ook vermoord.

 

Mijnen

In Brazilië is een groot gebied waar veel MIJNEN zijn. Daar worden edelstenen en goud gevonden. De slaven die in de mijnen moesten werken, hadden het zwaarste leven. Ze werden de hele dag afgebeuld. Soms werden ze niet ouder dan 30 jaar.

 

Plantage

Elke slaaf moest per dag een grote hoeveelheid suikerriet kappen. Ook de vrouwen en de oudere slaven. Als ze niet genoeg kapten, kregen ze slaag. Daarom hielpen ook de kinderen mee. Het was dus fijn om veel kinderen te hebben. Helaas werden die soms ook verkocht als slaaf.

De slaven moesten werken van 6 uur 's morgens tot 6 uur 's avonds, van zonsopgang tot zonsondergang, zolang het licht was.  Met ezels en paarden werd het suikerriet naar de suikerfabrieken gebracht.

 

Fabriek

Molens

In de suikerfabrieken werden de sappen uit de rietstengels geperst, in grote molens. Die molens waren vaak door Hollanders gebouwd en de onderdelen kwamen ook uit Holland. In die fabrieken was het heel heet.

 

Ovens

De sappen uit het suikerriet werden gekookt. De opgeloste suiker ging op het hete sap drijven. Dat werd in grote vaten gegoten om af te koelen. Als de suiker dan hard was geworden, werd het sap eraf gegoten. Van dat sap maakten ze RUM, een hele sterke drank.

 

In de fabriek was het heel erg heet. Het was voor veel slaven niet uit te houden.

 

Transport

De suiker en de rum werden door slaven met paard en wagen naar de grote stad gebracht, naar de haven, waar de grote handelsschepen klaar lagen om alle spullen naar Europa te brengen.

 

 

8. HET EINDE VAN DE SLAVERNIJ

Toen de slavernij in 1888 in Brazilië werd afgeschaft, moesten de slaven weg uit de hutjes op de plantage en moesten verder zelf voor onderdak en eten zorgen. Zonder hulp van de Plantagebazen en zonder hulp van de regering.Ze moesten verder hetzelfde werk doen maar kregen daar bijna geen geld voor.

Hun leven werd daarom door de afschaffing van de slavernij alleen maar slechter. Alleen kregen ze minder slaag.

 

Heel veel slavenfamilies trokken daarom weg van het platteland naar de grote steden.

 

Daar hoopten ze werk te vinden. Maar tot nu toe lukt dat niet. Daarom zijn er zoveel FAVELAS, KROTTENWIJKEN, waar die families en hun nakomelingen nu nog steeds wonen. In zo'n krottenwijk hebben we nu de ESCOLA DOS ANJOS, de school van de engelen, waar we aan braziliaanse kinderen leren lezen en schrijven.

 

 

9. SLOT

Dit was een stukje van de geschiedenis van negers, en van de slavernij. Gelukkig is slavernij nu overal verboden en hebben alle landen een verdrag ondertekend. Daarin staan de RECHTEN VAN DE MENS die voor alle mensen op de hele wereld gelden.

Ik hoop dat jullie het interessant vonden. Als er nog vragen zijn wil ik die graag beantwoorden als dat kan.

 

Als je er iets over wil lezen, lees dan eens het boek 'De Negerhut van Oom Tom'.